Citaten

Johan Van Cauwenberge uit: "Bewogen Brons"

Er zijn kunstenaars die moeilijk in één bepaalde categorie zijn onder te brengen. Anderen ademen dan weer met volle teugen hún particuliere métier uit.

…. Ook Willy Peeters is een man die duidelijke keuzes heeft gemaakt in zijn leven. Dat hij ooit beelden wou maken, is er daar één van. Elke kunstenaar stippelt zijn eigen weg uit, kiest resoluut voor een materie, een discipline die past bij zijn geaardheid. Wie niets voelt voor de taille directe, zal het echte beeldhouwen maar een steenharde, gevoelloze bedoening vinden. Maar het modelleren in was of klei - de techniek die Willy Peeters toepast - is ook een fysieke aangelegenheid. Tastend zoekt de kunstenaar zijn weg in het onbekende, het nog niet bestaande. De materiaaluitvoering evolueerde van een bijkomstige optie naar een belangrijke parameter. In de loop der jaren richtte de kunstenaar zich steeds meer op de specifieke eigenschappen van de grondstof voor zijn beelden. Hij is ervan gaan houden, maar hij is een ‘beeldenmaker’ gebleven, géén beeldhouwer.

…. Met de jaren is er bij Willy Peeters meer ruimte gekomen voor het plezier van het kneden en boetseren. Hij heeft geleerd zich te concentreren op de kracht van het beeld. Van de verloren was maakte hij zijn voorkeurstechniek. De bronzen zijn niet glad gepolijst; ze hebben hun natuurlijke stugheid behouden, die de intensiteit van de originele vingerafdruk nog verraadt.

Het onderwerp van de beelden lijkt de eenvoud zelf: de menselijke figuur. Toch is het werk van Willy Peeters zelden zo eenvoudig als het lijkt. Zijn beeldentaal pendelt tussen onomwonden en omfloerst. Soms is de betekenis heel direct aan te voelen, soms houdt de kunstenaar het bewust vaag. Het enige houvast dat je dan als kijker hebt, zijn de lichaamstaal en mogelijk de titel van het werk.
Opmerkelijk is zijn groot variatievermogen dat een onnoemlijke rijkdom aan vormen oplevert. Hij heeft ook aan één onderwerp genoeg: dit blijkbaar onuitputtelijke thema van de (naakte) menselijke figuur die hij in alle mogelijke poses en houdingen weet te vatten.

Jan Simoen

… En zelfs als ze niet bewegen, bewegen ze toch. Zoals die liggende figuren die eigenlijk rechtop staan terwijl ze liggen. De blik van Willy Peeters brengt onze blik in verwarring en zorgt ervoor dat wij gaan twijfelen tussen rechtop staan en liggen. Maar die rechtopstaande liggende figuren worden meteen de bewakers van die andere figuren, die écht liggen op die ‘grafsteen’, op een bed van herfstbladeren: zijn ze dood? Zijn ze een actuele versie van één of ander Bourgondisch praalgraf? Kan zijn.
Maar misschien liggen ze daar wel zalig na te hijgen of te soezen. Na de seks.

En zo komen we weer bij ons uitgangspunt en meteen tot de conclusie van dit discrete en vluchtige gesproken woord, veel vluchtiger dan het kleinste beeld dat hier staat uitgestald, en die conclusie is even voorspelbaar als universeel: Willy Peeters is de beeldhouwer van leven en dood, en bovenal van de mens. Trekt zich geen fluit aan van modes en trends en tendensen, maar doet zijn eigen ding, en met zijn beelden begeleidt hij ons allen, want zijn wij niet allemaal vliegende, zwevende, dansende, en uiteindelijk ook liggende wezens? Mensen?

Marc Ruyters uit: “Mandragora”

Willy Peeters behoort tot een iets oudere generatie. De generatie die, net als de schilders van toen (Marc Maet, Philip Vandenberg, Fik Van Gestel…), op de conceptuele muur gebotst is. Maar Willy Peeters had en heeft daar veel minder last van gehad dan de schilders. Hij is in zijn nu ruim vijfendertigjarige carrière altijd een beeldhouwer pur sang geweest, zelfbewust en met een positieve ingesteldheid, waarbij hij vooral in brons, maar ook in steen, plaaster, aluminium… werkte en werkt. Hij maakte en maakt kleine, subtiele tot monumentale en krachtige sculpturen, waarvan er vele in het publieke domein prijken, op pleinen en in gebouwen van tal van Belgische, Nederlandse en zelfs Duitse steden en gemeentes.

Lut Maris

…Hierbij constateer je als toeschouwer nu ook een uitgesproken binnenwaartse beweging. 
Ingetogen, in zichzelf gekeerd, in een universele bidhouding staan zijn mensen langs elkaar en vormen een geheel met de sokkel, meestal een steen of een kei, waar tegen ze leunen, waaruit ze vertrekken of waarop ze knielen”

We zien dus in de evolutie van zijn werk dat deze stenen van langs aan om, meer en meer een verlengstuk geworden zijn van zijn werk.Waar de steen in het begin vooral nog de functie van een sokkel had, bepalen ze nu door de doordachte plaatsing van de bronzen beeldjes - erbij, er rond, erop - mee de inhoud. 
Zie je de figuren, elkaar met de vingertoppen aanrakend, rond een steen bewegen. Je hoeft maar door de spleetjes van je ogen te kijken om een hele massa zich voort te zien bewegen.

Deze tendens in zijn werk is fascinerend. Intrinsiek blijft hij dezelfde kunstenaar maar naar vormgeving evolueert zijn werk.

Zijn mensbeeld kan symbool staan voor zowat elke generatie. Dat zou ook de reden kunnen zijn waarom zijn beelden ons zo aanspreken. Zowat iedereen herkent zich in zijn werk. Alsof we geconfronteerd worden met een blik in de spiegel of tenminste in een spiegel waarin we wel zouden willen kijken. Dat dit niet altijd lukt door de harde realiteit van elke dag, maken zijn beelden zelfs nog kwetsbaarder. We willen wel op de beelden gelijken maar weten dat het niet altijd zo is. Krijgen ze zo misschien de betekenis en invulling van een surrogaat?

Dit innerlijk gevoel ervaar ik sterk in zijn recent werk - dat ik naar aanleiding van de tentoonstelling bij hem ben gaan halen, terwijl hij er nog volop aan bezig was. Het is een werk dat op zijn beurt gegroeid is uit een ander werk dat als titel de Kathedraal draagt. Het toont een praalgraf met twee liggende figuren. Deze zijn van een ontroerende schoonheid, een man en een vrouw in de dood verenigt. Ze lijken nog heel jong, wat de emotie nog sterker maakt. Maar ze zouden ook evengoed een hogere leeftijd kunnen bezitten, wat in dit geval de uitgestraalde tederheid nog intenser maakt.

U hoort het, er wordt ontroering en emotie opgeroepen. Iets wat een tijd lang in het kunstgebeuren niet meer aanwezig was. Maar Willy Peeters heeft zich van strekkingen en stromingen weinig aangetrokken. Hij timmerde gewoon aan zijn eigen weg, persoonlijk en soms alleen. In een periode dat anderen met abstractie bezig waren, bleef hij figuratieve beelden maken. 
Zoals we straks al opmerkten hoort het werk van Willy niet thuis bij de avant-garde kunst. Neen, het werk van Willy Peeters is veel minder gebonden aan het ogenblik, het nu. 
Ik voel in zijn werk een geestelijke verwantschap met het gedachtegoed van de symbolisten van het einde van de19 eeuw. Ook bij deze sterk gevoelige kunstenaars zagen we gracieuze houdingen en beweeglijke figuratie. Resultaat hiervan was een intimistisch, zacht oeuvre en laat u het mij toe als ik het werk van Willy Peeters meer en meer in een intimistische kader zie evolueren

Joost De Geest

…Hoe figuratief lijkend ook, de beelden van Willy Peeters behouden een hoge graad van abstrahering en suggestie. Hij mag dan al zonder enige schroom, net als de grote negentiende-eeuwse beeldhouwers, omvangrijke beeldengroepen ontwerpen, hij volgt die voorbeelden niet in hun soms verregaand streven naar realisme in het detail. Hij heeft met hen wel een bepaalde waaghalzerij in de compositie gemeen - dat zegt iets over de ambitie van de kunstenaar. Opmerkelijk is het gebruik van een materiecontrast daarin, doorgaans natuursteen versus brons. Peeters heeft al lang de gewoonte beeldjes te plaatsen, niet op fijn afgewerkte sokkels in marmer, maar op een stukje ruwe steen. Dat is stilaan uitgegroeid tot een dialoog tussen de twee materies die het decoratieve contrast overstijgt. De steen speelt mee als bepalend element in de compositie en is vaak ook het grootste element van het beeld. De soms verticaal geplaatste steen wordt als het ware de werkplaats voor het bewegende brons...

Mark Eyskens

Het maatschappelijke en sociale engagement van Willy Peeters uit zich in eerste instantie door de begrijpelijkheid van zijn werken, wat meteen ook een van de sleutels is tot zijn succes. Maar bovendien bewijzen de onderwerpen, die hij behandelt, dat hij oog heeft voor menselijke daadkracht, prestatie, noeste arbeid, solidaire werkzaamheid, gemeenschappelijke toewijding. Wat Peeters vandaag esthetisch te bieden heeft, als beeldend kunstenaar, beantwoordt, naar mijn gevoel, aan de noden en verlangens van onze samenleving, die vaak gekweld wordt door onzekerheid, die angstig reageert op onverwachte veranderingen en soms in stuurloosheid, laat staan in radeloosheid, vervalt. Beeldhouwer Peeters drukt plastisch menselijke wilskracht uit, opstanding, besluitvaardigheid en dynamisme. De kunstenaar verwoordt in brons wat wellicht de belangrijkste opgave wordt in onze eenentwintigste eeuw: namelijk de veranderingen, die zo massaal en overweldigend op ons af komen en dreigen ons te overspoelen, om te zetten in echte menselijke vooruitgang. Dit vereist echter een mensbeeld waarnaar we kunnen verwijzen en waarop we kunnen bogen. Willy Peeters biedt er zo een.

Bedankt! Uw bericht werd verzonden.
Gelieve alle verplichte velden in te vullen.