Engelen van de Klare Bron

Op de eerste verjaardag van het tragische ongeval van 8 maart '08, werd het herdenkingsmonument ‘De Engelen van de Klare Bron' onthuld op het schoolterrein te Heverlee. Een aandenken aan de drie klasgenootjes die omkwamen.

De Engelen van de Klare Bron

 

‘Het moet een vrolijk beeld zijn.'

Dat was de eerste gedachte van de kinderen van de Klare Bron.

Want Madeline, Tosca, Camila en An waren vrolijke mensen. En ze leven verder, dat weten we zeker, onder welke vorm ook, waar dan ook, maar ze leven verder. En ze zijn niet eens zo ver weg. En als ze er zijn, dan moeten ze vrolijk zijn, dat kan niet anders.

 

Met die gedachte trokken de kinderen naar Willy Peeters. Willy is de beeldhouwer van leven en dood. In zijn beelden voel je de eeuwige strijd van de mens met de elementen, met zijn noodlot, met de dood - de mens met zijn pijn, zijn last, zijn angst, maar ook met zijn verlangens, zijn energie, zijn kracht, zijn dans...   

 

Willy heeft goed geluisterd naar de kinderen van de Klare Bron.

In zijn atelier zagen ze een beeld van drie dansende vrouwen tussen de bomen, en dat had wel iets, vonden ze. Iets in die stijl moest het worden, hun beeld. En van dansen naar zweven is maar een kleine stap, want zweven is een soort van dansen in de lucht. En zo ontstond het idee van vier engelen in een kring, in een rondedans in de lucht.

 

Het is een licht beeld geworden, met figuren die bijna gewichtloos lijken, en haast loskomen van hun sokkel om echt te gaan zweven. En ook die sokkel ziet er licht en slank uit - ‘t is een hoog oprijzende zuil met de vier namen zachtjes erin gebeiteld, als de namen van geliefden in de schors van een boom gekerfd.

Het beeld zal trouwens omringd worden door vier bomen - ook een idee van de kinderen - als een symbool van eeuwige groei. Want hoewel An en Camila en Tosca en Madeline altijd jong zullen blijven, toch blijven ze groeien in onze geest. Want groeien is leven.  

 

Toen ze 't nieuws hoorden, waren de kinderen van de klas niet alleen immens droevig, maar ook kwaad, vertelden ze me.  

Kwaad op wie? vroeg ik.

Op onszelf, antwoordden ze.

Waarom dan?

Omdat we ons schuldig voelden, dat we niet méér gezegd hebben. Ze waren onze beste vrienden, en toch was ons laatste woord aan hen zo slordig, zo gedachteloos. We hadden hen nog zoveel willen zeggen, maar dat kan nu niet meer.

Zo is het altijd bij zo'n bruusk en verscheurend afscheid. Je hebt altijd het gevoel dat je laatste woord te slordig, te kort en te banaal is geweest - dag, tot maandag! - simpelweg omdat je niet wist dat het je laatste woord was.

 

Maar praten jullie nu nog met hen? vroeg ik.

O ja, heel vaak, zeiden ze.

En toen zeiden ze iets heel moois, de kinderen.

Bij dat beeld zullen we ons gesprek misschien kunnen verder zetten, zeiden ze.

En hen van alles vertellen wat we hen ooit hadden willen vertellen.

Kun je praten met engelen? O ja. 

Ik weet zeker dat er vele gesprekken zullen gevoerd worden, op die mooie, rustige plek bij het beeld. Ook al zal het er vaak ook heel stil zijn.

Maar misschien is dat wel de beste manier om met een Engel van de Klare Bron te praten: als je 't eerst heel stil maakt.

 

 

Jan Simoen (met dank aan Anton, Deborah, Jakob, Janne en  Mart)               www.jansimoen.com